Kleine Prins
Het is een verschrikkelijk beroep
"De kleine prins begreep maar niet waarvoor een lantaarn en een opsteker wel konden dienen, ergens in het luchtruim op een planeet zonder huis of bevolking.
Toch zei hij tegen zichzelf: Die man is misschien wel dwaas, maar het werk van een lantaarnopsteker heeft zin. Het is een heel mooie bezigheid – en ook werkelijk nuttig, omdat het zo mooi is.
Maar de lantaarnopsteker zelf vond het een verschrikkelijk beroep.
- Vroeger ging het nog, vertelde hij. 's Morgens deed ik de lantaarn uit en 's avonds weer aan. De rest van de dag kon ik rusten en de rest van de nacht kon ik slapen. Maar de planeet is ieder jaar vlugger gaan draaien. Nu draait ze in één minuut rond en heb ik geen seconde rust.
- Dat is grappig, zei de kleine prins, dus bij jou duren de dagen een minuut!
- Dat is helemaal niet grappig, zei de lantaarnopsteker. We staan nu al een maand samen te praten.
- Een maand?
- Ja, dertig minuten, dertig dagen! Goedenavond. Hij stak zijn lantaarn weer aan en veegde zijn voorhoofd af met een roodgeruite zakdoek.
De kleine prins had waardering voor de lantaarnopsteker, die zijn handen vol had aan het aansteken en doven van het licht. Hij dacht: Zomaar een mens die zich met andere dingen bezighoudt dan met zichzelf. Met hem zou ik bevriend kunnen raken."
Uit: De kleine prins door Antoine de Saint-Exupéry.
Bewerkt door Jolanda Vos
Dit is een bewerkt stuk uit "De kleine prins". Dit fragment geeft een goed beeld van mijn idee hoe ik wil werken. In tegenstelling tot de lantaarnopsteker vind ik mijn werk nog steeds geweldig om te doen. Ik vind het juist een kunst om, in een wereld die in een minuut rond draait, de rust te vinden om mijn licht op te steken.